Wolter leest #20: De buik van de stad 5

Ik las de net verschenen vijfde editie uit de serie De Buik van de stad met als titel Oestersalons, bakkeljauwbitterballen en donutzaken. Een onder redactie van Janno Lanjouw samengestelde bundel met essays over eten en de stad. 

Waarom moet je dit boek lezen?

Deze bundel van iets meer dan 150 pagina’s belicht met elk essay een specifiek aspect van voeding. Hoe ontstond eigenlijk chic dineren in de stad? En sinds wanneer hebben we dat eigenlijk. Een van de schrijvers in deze bundel zocht het uit in het Brussel van de negentiende eeuw. Maar ook vragen over de inrichting van onze steden en de gevolgen daarvan voor het voedselaanbod, de multi-culturele eetcultuur, graanteelt in Libanon, broodjes aal en een geschiedenis van de Toko in Nederland.  Stuk voor stuk boeiende essays die je anders doen kijken naar het onderwerp voeding.

Wat maakt het voor Herenboeren zo interessant?

Deze bundel zet je aan het denken over de wijze waarop we met voedsel omgaan in Nederland. Waarom is het voedselaanbod in steden verslechterd de afgelopen jaren? En wat kunnen we er aan doen om dat te verbeteren. Bij diverse stukken moest ik regelmatig aan Herenboeren denken als mogelijke oplossing. Zoals bij het lezen van het essay van Vera Hoveling over vervreemding van het voedselsysteem. Wat weten we eigenlijk nog over de herkomst van ons voedsel? Zo stelt ze: “De manier waarop we onze voedselvoorziening organiseren is kenmerkend voor de manier waarop we onze maatschappij hebben georganiseerd omdat al het andere erop voortbouwt.” Een economisch model met lange productieketens. En uiteindelijk sta je in de supermarkt naar een schap te kijken met voorgesneden groenten waarvan je niet meer weet uit welk seizoen die zijn. Dat dit ook anders kan weten wij als Herenboeren wel.

Nog een bijzonder inzicht opgedaan?

In de bundel is het verhaal van de Amerikaanse journalist Annia Ciezadlo over de graanvoorziening in Libanon misschien wel het meest bijzondere. Haar verhaal over de strijd tussen bouwland voor woningen en de landbouw doet af en toe ook aan de Nederlandse situatie denken. Hoe zorgen we met elkaar voor ons dagelijks brood? En kan dat niet lokaler zonder afhankelijk te zijn van de grillen van de wereldmarkt? De casus in Libanon laat zien hoe ingewikkeld dit kan zijn. 

Meer is te lezen op de site van de Flevocampus.

Deel dit bericht: